top of page

Zeven, meer dan een getal

  • Writer: Kathalijn Vergeer
    Kathalijn Vergeer
  • 4 days ago
  • 5 min read
ree

Getallen hebben me altijd geboeid. Waar ze voor mijn man makkelijk in een hokje te plaatsen zijn, zie ik ze als een mysterie. We zeggen vaak ‘meten is weten’, maar soms lijkt het andersom: juist wat je niet kunt meten, zegt het meeste.


Sommige getallen keren terug als een boomerang op momenten dat ze betekenis krijgen. In leeftijden, in ontmoetingen, in opvallende data. Herken jij dat ook? Dat een getal ineens overal opduikt en je je afvraagt: “Is het toeval dat?”


Voor mij is zeven zo’n getal. Het duikt telkens weer op: zeven dagen in de week, zeven kleuren in de regenboog, zeven tonen in muziek, zeven wereldwonderen. En zelfs in onze taal: zeven sloten tegelijk lopen, zeven jaar geluk, zeven jaar ongeluk.

Zeven vertelt iets over cycli, over afronden en opnieuw beginnen. Over de ademhaling van tijd.


Het getal zeven helpt me ook om Dodo — mijn gids, spiegel en speelse metgezel — tot leven te laten komen. Het geeft structuur en inspiratie om elke dag iets te schrijven, iets te voelen, iets te laten ontstaan. Mijn dagelijkse dosis DODO met momenten van verwondering, waarin ik Dodo volg in zijn ontdekkingen en daardoor zelf leer en groei.


“Zeven,” leek hij te zeggen, “daar zit leven in.”

7 is het ritme van Dodo's hart

Dodo had iets met het getal zeven. Misschien omdat het lekker rolt in je mond — zeven — of omdat het overal opduikt, zonder dat iemand precies weet waarom. Zeven dagen in een week. Zeven kleuren in de regenboog. Zeven tonen in muziek. Zeven wereldwonderen. Het leek alsof het leven in reeksen van zeven was opgebouwd — een ritme waarop de wereld ademt.


Op een ochtend besloot Dodo het getal zeven te vangen. Hij begon bij de week — zeven dagen waarin het leven zich steeds opnieuw ontvouwt.


Maandag voelde stroperig, alsof zijn vleugels nog moesten ontwaken.

Dinsdag kreeg hij vaart.

Woensdag hield hij even stil in de lucht, halfweg de week, om te kijken waar hij was.

Donderdag zette hij koers, vol energie.

Vrijdag begon hij alvast te landen, tevreden over wat gelukt was.

Zaterdag fladderde hij vrij, zonder plan.

En zondag? Die was om zijn veren te poetsen en gewoon even niets te hoeven.


Samen vormden de dagen een cyclus — het ritme waarin Dodo leefde, vaak zonder het te beseffen. Soms vloog hij op de wind van de week, soms waggelde hij er dwars doorheen. Want eerlijk is eerlijk: niet elke dag voelt even soepel.


Wat is het ritme van jouw week? Wanneer voel jij vaart, en wanneer lijkt de tijd stil te staan? Welke dag voedt je energie, en welke vraagt om rust of gewoon even niets?


Onderweg ontdekte Dodo dat zeven veel meer was dan tellen. Het ging niet om rekenen, maar om herkennen, om het voelen van patronen — in dagen, in seizoenen, in hoe het leven zich steeds opnieuw ontvouwt.


De zeven kleuren van de regenboog, elk met hun eigen toon en trilling — rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet — leken te zingen met de zeven energiepunten in ons lichaam, de chakra’s. Van wortel tot kruin. Van gronding tot verbinding met iets groters. “Misschien,” dacht Dodo, “is zeven wel het getal dat de hemel met de aarde verbindt.”


Aan de rand van de regenboog hoorde hij muziek. Een kind zat op een steen en speelde een lied op een fluit. Do, re, mi, fa, sol, la, si — en toen begon het weer opnieuw.“Waarom stop je niet na zeven?” vroeg Dodo.Het kind glimlachte. “Omdat na zeven weer één komt. Elke toon leidt naar de volgende.”Dodo knikte. “Net als de dagen van de week.”


7 vind je binnen en buiten

Hij begon te begrijpen dat zeven niet iets was wat eindigde, maar iets dat telkens opnieuw begon. Zijn reis bracht hem naar een rustige tuin waar een vrouw zat te mediteren. Ze had zeven stenen voor zich, elk met een andere kleur. Ze vertelde over zeven energieplekken in het lichaam — chakra’s, noemde ze ze.“ Van je wortels tot je kruin,” zei ze, “een reis van overleven naar bewust zijn.” Dodo luisterde aandachtig.“ Dus zeven leeft ook in ons,” dacht hij. “Niet buiten ons, maar vanbinnen.”


Daarna vloog hij over de zeeën, zeven in totaal, elk met een eigen karakter. De eerste was kalm, de tweede onstuimig, de derde helderblauw. Bij de vierde zag hij zijn eigen spiegelbeeld, bij de vijfde voelde hij vertrouwen. De zesde rook naar vrijheid, en de zevende was zo stil dat hij even vergat dat hij vloog. Daar, boven die zevende zee, begreep hij iets eenvoudigs: dat alles wat leeft, in golven beweegt. Zoals de zee. Zoals weken. Zoals adem.


Toen de zon zakte, zag hij aan de horizon zeven oude bouwwerken oplichten.

Niet zomaar bouwwerken, maar getuigen van wat mensenhanden en dromen samen kunnen maken. Van de piramides tot de Chinese Muur — elk wonder fluisterde iets over de scheppingskracht in onszelf. “Zelfs wat gebouwd is van steen, leeft in zevenen,” dacht Dodo.


Dat we allemaal wonderen kunnen bouwen, als we maar durven beginnen bij één steen, één keuze, één dag. Van dromen die ooit onhaalbaar leken, maar toch vorm kregen — steen voor steen. Zo werkt groei: je begint gewoon.


Aan welk Dodowonder begin jij vandaag?


Maar Dodo wist ook: zeven mag dan heilig zijn, het is ook heerlijk menselijk. We lopen soms in zeven sloten tegelijk, rennen achter te veel dromen aan, struikelen over ons eigen enthousiasme. Niet omdat we dom zijn, maar omdat we leven. We proberen, struikelen, staan weer op.


Aan het eind van zijn tocht streek Dodo neer op een tak. De zon zakte, zijn poten bungelden. Hij keek naar de horizon en gniffelde. Zeven was geen getal. Het was een manier van leven. Een herinnering dat elke dag opnieuw begint — soms met vleugels, soms met een plons, maar altijd met een kans.


De magie van zeven

Misschien is dat de magie van zeven: dat het je laat landen én opnieuw laat opstijgen. Niet om verder te komen, maar om dieper te voelen.


Toen hij terugvloog naar zijn eiland, voelde hij zich lichter. Niet omdat hij het geheim van zeven helemaal begreep, maar omdat hij het voelde. Zeven was geen getal om te snappen. Het was een ritme — van dagen, kleuren, tonen, zeeën, wonderen, mensen. Een herinnering dat alles verbonden is, en dat elke cyclus een nieuwe kans is om te beginnen.


Vanaf die dag besloot Dodo om elke dag iets kleins te delen — een zaadje, een gedachte, een stukje voeding. Zeven vleugels voor de week, zeven manieren om gevoed te blijven.


In de avonturen die nog volgen, zal zeven zijn gids blijven. Zijn kompas. Zijn houvast. Wat hij ontdekt, wat hem voedt en hem helpt in het omgaan met verandering, komt samen in zeven kleine kiemzaadjes — bronnen van veerkracht, verbondenheid en aanpassingsvermogen.


In mijn volgende blog vertel ik meer over die zeven zaadjes — hoe ze zijn ontstaan uit mijn eigen reis, uit Nieuw Leven, op reis naar jezelf kun je nooit verdwalen, en hoe jij ze kunt planten in jezelf. Misschien herken je er al een paar. Misschien groeit er straks eentje waar je het niet verwacht.


Daarover morgen meer. Of overmorgen. Want zelfs Dodo weet: goede dingen groeien niet op commando.

Comments


bottom of page